De menopauze gaat niet alleen over opvliegers. Het veroorzaakt meetbare verschuivingen in de hersenstructuur en -functie die de cognitie, het humeur en de neurologische gezondheid op de lange termijn kunnen beïnvloeden. Recent onderzoek bevestigt dat deze veranderingen niet alleen maar hormonale schommelingen zijn, maar fysieke veranderingen in het hersenweefsel zelf. Het begrijpen van deze effecten is van cruciaal belang, omdat ze verklaren waarom veel vrouwen tijdens deze levensfase ‘brain fog’ en andere cognitieve symptomen melden.
Structurele veranderingen tijdens de menopauze
Studies hebben consequent een afname van het grijze stofvolume aangetoond in de frontale en temporale cortex, evenals in de hippocampus. Deze regio’s zijn van cruciaal belang voor het geheugen, de besluitvorming en het ruimtelijk bewustzijn, wat betekent dat verliezen daar rechtstreeks van invloed zijn op de manier waarop vrouwen denken en informatie verwerken.
Naast een afname van de grijze stof onthult onderzoek ook een toename van de hyperintensiteiten van de witte stof : kleine laesies die zichtbaar zijn op hersenscans en wijzen op weefselschade. Dit zijn niet alleen een teken van veroudering; ze houden verband met een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen en worden geassocieerd met een verhoogd risico op een beroerte, dementie en evenwichtsproblemen. De aanwezigheid van deze laesies komt vooral vaak voor bij vrouwen die last hebben van een vroege menopauze of ernstige opvliegers.
De reactie van het brein: aanpassing of achteruitgang?
De hersenen blijven niet statisch. Sommige onderzoeken suggereren een gedeeltelijk herstel van het volume grijze stof na de menopauze, wat wijst op neuroplasticiteit: het vermogen van de hersenen om zichzelf te reorganiseren. Dit herstel is echter niet altijd gunstig. Onderzoekers hebben ook een verhoogde oestrogeenreceptordichtheid gevonden tijdens de overgang naar de menopauze, schijnbaar terwijl de hersenen proberen de afnemende hormonen te compenseren. Paradoxaal genoeg correleert deze stijging van het aantal receptoren soms met slechtere geheugenprestaties.
De hersenen passen zich aan door de reactiviteit van de bloedvaten en het energiemetabolisme te veranderen, maar deze aanpassingen voorkomen niet altijd cognitieve achteruitgang. Het feit dat deze veranderingen optreden onderstreept de complexe wisselwerking tussen hormonen, hersenstructuur en functie.
Wat het onderzoek zegt
Een recent literatuuronderzoek uitgevoerd in het BRAVE Lab van de Ponce Health Sciences University in Puerto Rico bevestigde deze trends. PhD-studenten Angélica Rodríguez en Andrea Pereira, onder begeleiding van Drs. Bárbara Barros en Karla Martínez analyseerden bestaande onderzoeken naar aan de menopauze gerelateerde hersenveranderingen. Hun bevindingen zullen worden gepresenteerd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van The Menopause Society in 2025.
Volgens Dr. Stephanie Faubion, medisch directeur van The Menopause Society, is dit onderzoek van cruciaal belang omdat het voortbouwt op bestaand bewijsmateriaal: “Deze gegevens zullen hopelijk leiden tot een beter begrip van de factoren die ten grondslag liggen aan enkele van de cognitieve problemen die vrouwen ervaren tijdens de overgang naar de menopauze, zodat we uiteindelijk effectieve therapieën kunnen identificeren.”
“Dit soort werk benadrukt de noodzaak om de relatie tussen de hersenen en de menopauze te blijven onderzoeken, vooral hun verband met de cognitieve, emotionele en gedragssymptomen die vrouwen in deze fase ervaren”, zegt Angélica Rodríguez.
Uiteindelijk benadrukken deze bevindingen dat de menopauze niet alleen een hormonale gebeurtenis is; het is een neurologische kwestie. Er is meer onderzoek nodig om de implicaties van deze hersenveranderingen op de lange termijn te begrijpen en om gerichte therapieën te ontwikkelen die de cognitieve functie en de algehele gezondheid van de hersenen tijdens en na de menopauze behouden.































